Geschiedenis

Ontstaansgeschiedenis van de Calvijnkerk binnen de Protestantse Kerk in Nederland te Baarn.

In de 8e of 9e eeuw moet er reeds een kerk in Baarn gestaan hebben, ongeveer op de plaats van de huidige Pauluskerk. De eerste schriftelijke vermelding dateert uit 1385. De kerk was toen gewijd aan de H. Paulus en was een dochterkerk van de kerk in Leusden. Toen de Staten van Utrecht in 1580 de reformatie hier doorvoerden, was er weinig tegenstand. Ds. Egbertsen van Dungen werd de eerste predikant. Deze vertrok in 1612 naar Eemnes en werd opgevolgd door ds. Asuaris Joannis. Deze predikant was remon­strants. Op de Dordtse synode werd de remonstrantse leer veroordeeld met het gevolg dat ds. Auaris Joannis in 1619 werd afgezet. De predikanten die na hem beroepen werden waren geen remonstranten, maar de oorspronkelijke gereformeerde leer brachten zij over het algemeen ook niet.

Toen in het begin van de 19de eeuw de modaliteiten zich begonnen af te tekenen werd Baarn een ethische gemeente. De “ethischen” zagen Christus vooral als goed voorbeeld. Tegelijkertijd was er in Baarn een minderheid met een bevindelijk-gereformeerde onderstroom. Die was gevoed vanuit Lage Vuursche waar een opwekking had plaatsgevonden tijdens ds. H. Bax. Deze opwekking had een uitstraling naar Hilversum, Baarn en Maartensdijk. Rond het begin van de 20ste eeuw kwam er, mede doordat mensen van elders zich in Baarn vestigden, vraag naar een confessionele prediking. Toen in 1906 landelijk de “Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging van de waarheid in de Nederlands Hervormde Kerk” werd opgericht, kwam de vraag naar een prediking overeenkomstig Schrift en belijdenis.

Dit had tot gevolg dat de Baarnse ker­kenraad in 1923 besloot een tweede predikantsplaats te stichten. Het eerste beroep werd uitgebracht op ds. I. Kievit te Lunteren. Ds. Kievit kwam bijna tegelijkertijd met zijn collega ds. Adriani als Hervormd predikant naar Baarn. Er was in die tijd geen wijkindeling, zodat iedereen vrij was om naar de dienst te gaan van de predikant van zijn keuze. Het bleek al spoedig dat ds. Kievit een groot gehoor trok. Hij was naar Baarn gekomen met de afspraak dat hij slechts één keer per zondag zou voorgaan in een eredienst. Zowel de dominee als een deel van de gemeente wensten dat dit twee diensten zouden worden. Aangezien dit kerkelijk niet viel in te passen besloot ds. Kievit zelf diensten te gaan houden. Eerst vonden deze plaats in een gebouw in de Weteringstraat en later in een zaal van hotel “De la Promenade”.

Deze toestand bevredigde echter niet en ds. Kievit richtte Vereniging Calvijn op. Men wilde een eigen gebouw hebben. In korte tijd werd een groot bedrag aan giften en renteloze leningen bijeen gebracht, zodat dit financieel moge­lijk werd. Het bestuur van Vereniging Calvijn kocht een stuk grond aan de Tromplaan, maakte een bouwplan en men ging bouwen. In 1925 kon Gebouw Calvijn in gebruik genomen worden. Er waren 450 zitplaatsen en die waren meestal allemaal bezet en soms zaten ook de gangpaden vol.

De Hervormde Gemeente Baarn stichtte in 1949 een derde predikantsplaats. Het was moeilijk om de twee diensten te verdelen onder drie predikanten. De drie predikanten wilden minstens één keer per zondag preken, maar de kerkenraad wilde geen drie diensten houden. De oplossing werd dat ds. Kievit één keer in de drie weken een kerkelijke eredienst in Gebouw Calvijn ging hou­den. Mede hierdoor was er bij de volgelingen van dominee Kievit weinig kerkelijk besef. De mensen richtten zich meer op Gebouw Calvijn dan op de gehele kerkelijke gemeente. Dat had tot gevolg dat men in veel gevallen de kerkelijke bijdrage liever aan Vereniging Calvijn gaf dan aan de plaatselijke en landelijke kerk. Zoiets is uiteraard te begrijpen, maar niet te rechtvaardigen.

Na het emeritaat van ds. Kievit in 1952 besloot de algemene kerkenraad geen andere predikant te gaan beroepen in zijn plaats. De predikantsplaats, die ds. Kievit vervuld had, werd zelfs officieel opgeheven. Het belangrijkste argument was dat de mensen die bij Vereniging Calvijn hoorden veel te weinig geld inbrachten, om een predikant te kunnen bekostigen. Wel liet de kerkenraad eenmaal per zondag een Gereformeerde Bondspredikant voorgaan.

Het bestuur van Vereniging Calvijn nodigde van 1952 tot 1959 voor de zondagochtenddiensten in gebouw Calvijn Gereformeerde Bondspredikanten uit. De officiële erediensten waren steeds ‘s middags om vijf uur in de Pauluskerk op de Brink. Het bestuur van Vereniging Calvijn ging de plaats van de kerk innemen. Er waren echter mensen in de gemeente die inzagen dat men voluit een kerkelijk leven nodig had met een eigen predikant. Men vormde een commissie en ging biddend aan het werk. De commissie belegde gemeenteavonden met de Hervormde kerkvisitatoren erbij voor advies. Zo begon heel langzaam het kerkelijk besef te groeien. Enkele broeders die de gereformeerde prediking waren toegedaan werden in de algemene kerkenraad opgenomen. Zij deden dienst in alle kerkdiensten in de Pauluskerk en brachten huisbezoek aan alle gemeenteleden. Kortom de mensen van Gebouw Calvijn deden helemaal mee in het kerkelijke leven in Baarn zonder dat er op modaliteiten gelet werd.

Intussen werden de besprekingen voortgezet en zeven jaar na het emeritaat van ds. Kievit werd een overeenkomst gesloten, waar­door de weg gebaand werd tot het beroepen van een Hervormd-gereformeerde predikant. Ten tijde van ds. Kievit was Hervormd Baarn één ongedeelde gemeente met drie predikanten. Elke predikant kon zich dus in de gehele gemeente vrij bewegen. Maar inmiddels was Hervormd Baarn in twee wijkgemeenten verdeeld. De nieuwe predikant zou òf aan wijk 1 òf aan wijk 2 verbonden moeten worden. De kerkorde bood wel de mogelijkheid een predikant te beroepen voor bijzondere werkzaamheden. Van deze regeling kon Baarn gebruik maken. Zo werd besloten een predikant te beroepen met als bijzondere opdracht de geestelij­ke verzorging van alle Hervormd-gereformeerden in de hele kerkelijke gemeente. Kerkordelijk kon er niet gesproken worden over een wijkgemeente, maar plaatselijk werden de gemeenteleden rond Gebouw Calvijn tot wijk 3 gerekend.

Eén van de belangrijkste bepalingen van de overeenkomst was, dat alle kosten die aan de predikantsplaats verbonden waren, door wijk 3 opgebracht moesten wor­den. Allereerst moest vastgelegd worden wie er tot wijk 3 behoorden. Officieel was dat niet bekend en administratief bestond er geen enkel verschil tussen alle Hervormden. Voortaan konden de mensen die bij wijk 3 wilden horen dit aangeven. Op hun inschrijfkaart werd de afkorting GB (Gereformeerde Bond) vermeld. Hun kerkelijke bijdrage kon daardoor afzonderlijk geboekt worden.

Nu kwam ook de vraag aan de orde, wie die gelden moest beheren. Dat was eigenlijk een taak voor kerkvoog­den, maar die had wijk 3 niet. Dit werd opgelost door het vormen van een financiële commissie, die bestond uit drie diakenen, die tot de Gereformeerde Bond behoorden. Zij begonnen met een lege kas en stonden voor een grote opgave. Allereerst ging het om het traktement van de predikant. Maar er moest ook een pastorie komen. En niet te vergeten, er was een kerkgebouw nodig, want de toekomstige predikant zou tweemaal per zondag gaan preken. De algemene kerkenraad had toegezegd dat zij voor de vijfuurdienst de Pauluskerk beschikbaar wilden stellen tegen een redelijke vergoeding. Hetgeen nog steeds zo is.

Vereniging Calvijn was bereid een pastorie aan te kopen, al moest men het grootste gedeelte van het bedrag dat daarvoor nodig was, lenen. Men zette een grote geldinzameling op touw en er kwam een behoorlijk bedrag binnen. Eerst bracht de gemeente een beroep uit op ds. H. Harkema sr., maar tegen alle verwachting in bedankte hij. Het volgende beroep had meer succes. Ds. J van Sliedregt nam het beroep naar Baarn aan. Er was grote blijdschap en de Heere werd gedankt. Er was inmiddels ook een pastorie gevonden aan de Torenlaan 46.

Ds. Van Sliedregt ging in het alge­meen tweemaal per zondag voor. Overigens veranderde er niets aan de verdeling van de diensten tussen de kerk en Gebouw Calvijn. Maar wel waren alle diensten vanaf de komst van ds. Van Sliedregt kerke­lijk. De opdracht voor ds. Van Sliedregt was de geestelijke verzorging van de Hervormd-Ge­reformeerden ter hand nemen. De gezamenlijke diakenen van alle wijken bleven hun taak vervul­len. Ook werd het beheer van de kerkelijke gelden in de financiële commissie voortgezet door de betreffende diakenen. Zij waren eigen­lijk diaken-kerkvoogd. Ds. Van Sliedregt had geen eigen kerkenraad, maar er werd wel een contactcommissie ingesteld. Ds. Van Slie­dregt was voorzitter, en de ouderlingen en diakenen van Hervormd-Gereformeerde richting leden. Omdat de Hervormde Diaconie van de drie wijken samen werkten, had de voorzit­ter van de diaconie zitting in deze com­missie, al behoorde hij niet tot de Gereformeerde Bond.

De taak van Vereni­ging Calvijn bestond in hoofdzaak uit het organiseren van de Bijbellezingen op woensdagavond en het onderhouden en verzorgen van de pastorie en gebouw Cal­vijn. Deze werden tegen kostprijs aan de financiële commissie in gebruik gegeven. Inmiddels had de Nederlands Hervormde Synode enkele jaren daarvoor in de kerkorde de mogelijkheid geschapen om een zogenaamde “buitenge­wone wijkgemeente” te stichten. Na overleg werd er in 1962 inderdaad zo’n buitengewone wijkgemeente gesticht. De Hervormd-Gereformeerden kregen nu een veel grotere vrijheid. De sacramenten mochten nu bediend worden. Er kwam een wijkkerkenraad, waarvan de leden door de eigen gemeenteleden geko­zen werden. Naast ouderlingen kwamen er ook kerkvoogden. De diaconie bleef één, wat tot op heden nog zo is.

Niet iedereen was blij met deze gang van zaken, omdat men het een soort afscheiding van de Hervormde gemeente vond. Men was bang steeds losser te raken van de rest van de plaatselijke Hervormde Gemeente en dat kon de bedoeling niet zijn. Mede in verband hiermee ging men proberen ook mor­gendiensten in de Pauluskerk (die toch algemeen gezien werd als de hoofdkerk) te krijgen. De gedachte was: “dan hoor je toch meer bij de Hervormde gemeente en bovendien bereik je ook meer mensen met de gere­formeerde prediking. Van de zijde van de algemene kerkenraad was men bereid één morgendienst per maand af te staan en ook nog iets te doen met de feestdagen. Maar er was een voorwaarde aan verbonden, er moest gezorgd worden voor vervangende plaatsruimte voor de andere wijkgemeenten. De Calvijnkerk was daarvoor natuurlijk de aangewezen plaats. Dit had de nodige voeten in de aarde, want verschillende leden van Vereniging Calvijn waren van mening dat deze constructie in strijd zou zijn met de statu­ten. Dat bleek niet het geval te zijn en dus werd toestemming gegeven. Op de derde zondag van de maand werd de morgendienst in de Pauluskerk gehouden. Deze ruiling van kerkgebouwen is omstreeks 1996 op verzoek van wijkgemeente Pauluskerk gestopt.
Toen ds. Van Sliedregt in 1967 afscheid van Baarn nam was er in die acht jaar heel wat veranderd.

In de tijd van ds Iz. Kok (1967- 1973) werden de Bijbelle­zingen op woensdagavond ook kerkelijke erediensten. Het gebouw Cal­vijn onderging een grote renovatie. Er kwam nu ook een waardige consistoriekamer. Ds Kok stelde voor om voort­aan te gaan spreken over Calvijnkerk, hetgeen spoedig ingeburgerd was. De naam Calvijn op de voorgevel van het gebouw aan de Tromplaan werd veranderd in Calvijnkerk.

De wens van ds. G. C. Post (1974-1978) was dat de Calvijnkerk een klokkenstoel met luidklok zou krijgen. Hij vond dat zoiets er nu toch echt bij hoorde. Zijn wens is (nog) niet in vervulling gegaan. Ds. Post vertrok naar Ermelo, waar hij na enkele jaren helaas plotseling overleed.

Ds. H. Koudstaal ( 1974 – 1991) had het zinvol gevonden om een Calvijnbibliotheek in de kerk aan te leggen. Hij heeft er ook voor geijverd dat de gemeente rond de Calvijnkerk een gewone wijkgemeente zou worden. De doordeweekse Bijbellezingen werden, wegens afnemende belangstelling, veranderd in een Bijbelkring in verenigingsverband. Ds. Koudstaal is wegens ziekte met vervroegd emeritaat gegaan.

Het eerste beroep na het afscheid van ds. Koudstaal werd aangenomen door ds. Joz.A. de Koeijer (1991- 2001). De financiële situatie van de gemeente was zwak geworden. Voor de overkomst van ds. De Koeijer werd de pastorie, omdat weinig geld beschikbaar was, door gemeenteleden opgeknapt. In 1995 werd een groot legaat ontvangen ter ondersteuning van het verenigingswerk . De zaal achter de Calvijnkerk werd vergroot en er kwam een ruime keuken. Boven kwam een verdieping met zalen en een keuken mede voor het Open Jeugdwerk. Na de verbouwing werd dit gedeelte Achter Calvijn genoemd. In de hal hangt een gedenksteen met de woorden: Geschonken om te delen. Ds. De Koeijer vertrok in 2001 naar Bodegraven.

Na een vacaturetijd van 2½ jaar kwam ds. A. Jonker ( 2003-2009) uit Nijkerk naar Baarn. Onder zijn leiding beleefde de gemeente een rustige en stabiele periode. Er was veel aandacht voor het pastoraat en de wekelijkse erediensten. Na bijna 6 jaar vertrok hij naar Putten.

In 2009 kwam de L. Schaafsma van het zendingsveld weer terug naar Nederland. Hij werd in 2010 predikant in Baarn. De contacten met de predikanten van de Pauluskerk waren goed. In 2013 kwam de roep vanuit Malawi opnieuw naar ds. en mevr. Schaafsma. Zij namen juli 2014 afscheid van de gemeente om zich voor te bereiden op hun vertrek naar Malawi. Zij worden door een thuisfront-commissie uit wijkgemeente Calvijnkerk te Baarn ondersteund bij hun uitzending.

In juni 2015 kwam ds. M. van Dam met zijn gezin vanuit Hagestein naar Baarn. Voor het eerst in de geschiedenis van de Calvijnkerk werd er november 2015 een baby geboren in de pastorie aan de Torenlaan 46. Ds. Van Dam zet zich, naast zijn gewone werkzaamheden, in opdacht van de kerkenraad, voor 25 % in voor de jonge gezinnen. We zijn dankbaar voor de vele jonge kinderen die de gemeente op dit moment telt.

De verhouding tussen de wijkgemeenten en hun predikanten is in de loop der jaren steeds beter geworden. Als wij naar de geschiedenis van de Calvijnkerk kijken is er veel reden om de HEERE te loven en te prijzen. Ons gebed is of Hij de gehele Hervormde gemeente van Baarn verder wil leiden tot Christus wederkomt.

Overzicht van predikanten, die in Baarn (Calvijngemeente) gestaan hebben:

  1. 4 november 1923 – 31 december 1952: ds. Izaäk Kievit (met emeritaat)
  2. 5 juli1959 – 25 juni 1967: ds. Jacob van Sliedregt (naar: Ouderkerk a/d IJssel)
  3. 17 september 1967 – 20 mei 1973: ds. Izaäk Kok (naar: Zoetermeer)
  4. 31 maart 1974 – 3 september 1978: ds. Gerardus Cornelis Post (naar: Ermelo)
  5. 08 juni 1980 – 1 mei 1991: ds. Hendrik Koudstaal (met emeritaat)
  6. 8 september 1991 – 7 januari 2001 ds. Jozias Anthonie de Koeijer (naar: Bodegraven)
  7. 22 juni 2003 – 8 februari 2009 ds. Andries Jonker (naar: Putten)
  8. 07 maart 2010 – juli 2014 ds. Lieuwe Schaafsma (uitgezonden via G.Z.B. naar Malawi)
  9. 21 juni 2015 – december 2019 ds. Martin van Dam (naar IJsselmuiden-Grafhorst)
  10. 28 februari 2021 – heden, ds. Gerard Krol

Bronnen:

  1. Flitsen uit de Baarnse Kerkgeschiedenis door P. Boom, 1991
  2. www.dominees.nl door de heer F. Verkade, Hoogeveen
  3. Oud notulenboek van de “Vereniging Calvijn”

© 2022 Calvijnkerk, Tromplaan 7, 3742 AA Baarn, Tel. 035 – 54 16 582